We laten Nafplio achter ons en rijden via de bergen naar Sparti. Op meer dan 1800 meter hoogte ligt er nog sneeuw in de bergen. Kleine weggetjes zijn half weggespoeld waardoor de doorgang moeilijk was. Gelukkig hebben we een kleine camper.
Sparti met als pittoresk stadje Mistras, was in der tijd zelfvoorzienend op gebied van water, voedsel en bescherming, dit voor de hele bevolking.
Na de bergen rijden we terug richting kust. We stoppen bij het charmante stadje Monemvasia, gelegen op een rots, met leuke restaurantjes en winkeltjes. Hier is geen autoverkeer mogelijk.
We zetten onze route verder naar Gytheio waar een scheepswrak half op het strand staat.
Wat verder door komen we op, het meest zuidelijke punt van ‘t vast land, Mani. We wandelden er over de rotsen naar de “phare”.
We volgen de kust verder door naar Kalamáta. De kleine stad is gekend voor het produceren van de beste olijven van het land.
Onze route loopt verder langs de kust. We blijven 2 dagen op een camping in Methoni waar we kennis hebben gemaakt me een zeer leuk Grieks koppel.